'Heldere communicatie over pensioen steeds belangrijker'
Een van onze bestuursleden, Gijs Vermeulen, zit sinds kort in onze communicatiecommissie. Daarom heeft hij zich aangemeld voor één van de zogenoemde ‘ronde-tafel-gesprekken’ van de AFM, de Autoriteit Financiële Markten. De AFM houdt toezicht op de financiële markten en dus ook op pensioenfondsen. Tijdens de ronde-tafel-gesprekken bespreekt de AFM de richtlijnen waar pensioenfondsen aan moeten voldoen op het gebied van communicatie over de overgang naar de nieuwe regels voor pensioen.
Gijs, wat is je opgevallen tijdens het ronde-tafel-gesprek bij de AFM?
‘Kijk, de AFM geeft pensioenfondsen richtlijnen: waar moet je communicatie aan voldoen? Hoe wij naar onze deelnemers communiceren over de nieuwe regels voor pensioen, dat zetten we in ons communicatieplan. En daar ligt een spanningsveld. Want het plan is ook bedoeld om de AFM inzicht te geven in hoe wij het aanpakken.
De AFM wil dat we zo transparant mogelijk communiceren over de overgang naar de nieuwe regels. Dat betekent dat we veel informatie moeten geven. En dat is op zich goed natuurlijk. Maar anderzijds kun je ook zeggen: bij volledige transparantie is alles onzichtbaar. Als je mensen té veel informatie geeft, wordt het onoverzichtelijk.’
‘Bij volledige transparantie is alles onzichtbaar.’
‘Maar ik vond het goed om bij het ronde-tafel-gesprek te zijn. Dan weet je wat er leeft. En je hebt elkaar ook nodig. Want uiteindelijk heb je allemaal hetzelfde doel: je wilt zo goed mogelijk communiceren over de overgang naar de nieuwe regels voor pensioen. Heldere communicatie over pensioen was altijd al heel belangrijk. Maar dat wordt nu met de nieuwe regels alleen maar belangrijker. En de mensen die bij ons pensioen opbouwen, die willen vooral weten: wat verandert er voor mij?’
Wat verandert er dan precies voor de deelnemers van Pensioenfonds Recreatie?
‘Op dit moment nog niets. Er verandert pas iets zodra de nieuwe pensioenregeling van Pensioenfonds Recreatie ingaat. We wilden de nieuwe regeling laten ingaan vanaf 1 januari 2025. Maar dat wordt nu een jaar later: 1 januari 2026.
Nu hebben we nog een regeling met afspraken over de hoogte van je pensioen. Al kunnen we de verwachtingen hierover niet altijd waarmaken. In de nieuwe regeling spreken we af hoeveel geld je als werknemer en werkgever inlegt voor het pensioen. Daar bouw je een kapitaal mee op, een pensioenpot. Zo’n pensioenregeling heet een premieregeling.
Iedere maand groeit jouw pensioenpot door de inleg die jij en je werkgever betalen. En door rendement op beleggingen. Uit je pensioenpot betalen we later maandelijks je pensioen. De hoogte van je pensioen staat vooraf niet vast. Wel kun je beter zien hoeveel geld jij en je werkgever inleggen en hoe dit bedrag groeit.
Ieder jaar maken we een inschatting van het pensioen dat je later kunt verwachten. Als het goed gaat met de economie, dan kan je pensioen straks sneller omhoog. Maar je pensioen kan ook omlaag gaan als het economisch slechter gaat.’
‘Uit je pensioenpot betalen we later maandelijks je pensioen.’
‘Overigens verandert niet alles, er blijft best veel hetzelfde. We blijven collectief beleggen en je bouwt straks nog steeds pensioen op via je werkgever. En je ontvangt pensioen zolang je leeft. Verder krijg je naast je pensioen AOW van de overheid. Dat blijft allemaal hetzelfde.’
De nieuwe pensioenregeling gaat een jaar later in, waarom eigenlijk?
‘Voor de overgang naar de nieuwe regels voor pensioen moet er veel gebeuren. En we vinden het erg belangrijk dat die overgang heel zorgvuldig gebeurt. Alle gegevens moeten goed kloppen en er wordt een nieuw automatiseringssysteem ingevoerd. Er is meer tijd nodig om dat goed te doen. Daarom hebben we besloten de nieuwe pensioenregeling een jaar later te laten ingaan.
En ondertussen werken we keihard door! Want we hebben nu wel meer tijd, maar zoals gezegd: er is veel te doen. Daarom gaan we de komende tijd verder met de voorbereidingen voor de overgang naar de nieuwe regels, zodat we alles klaar hebben voor 1 januari 2026.’
Genoeg te doen dus, heb je ook nog tijd om te ontspannen?
‘Ja zeker, in mijn vrije tijd zing ik in een koor in Den Bosch. En ik maak langeafstandswandelingen door Europa. Ook ben ik organisatorisch betrokken bij het koor, maar het zingen blijft het leukst!’